Voordat een blaar onstaat raakt de huid eerst geïrriteerd door het over elkaar schuiven van de opper- en lederhuid. De huid verkleurd rood en voelt branderig aan. In dit stadium kunnen we de huid die geïrriteerd is geraakt afplakken met sporttape of leukoplast. Bij het afplakken, zorg dat je geen vouwtjes hebt en ga genoeg breed over de irritatieplek heen.
Als we niets doen krijgen we door verdere druk en wrijving een loslating van de opperhuid tov. de onderliggende huidlagen en dan onstaat er een blaar met weefselvloeistof erin. Deze vloeistof vormt een kussentje dat de onderliggende wond verder beschermd tegen meer druk.
Als het kan laat een blaar heel, de huid vormt een bescherming. Zit de blaar op een hinderlijke plaats dan mag deze wel doorgeprikt worden. Alleen blaren die door druk en wrijving zijn onstaan mogen doorgeprikt worden. Brand-, bloed- en vriesblaren mogen niet doorprikt worden. Eenmaal doorgeprikt is de blaar nu een open wonde. Behandel de blaar dan als een open wonde, om infecties te voorkomen.
Behandeling
- Vermijd constante druk en wrijving.
- Draag goed passende schoenen, eventueel schoenen zonder harde binnennaden (naden kunnen huidirritatie geven).